De verdwenene

Roman

Onhandig hadden ze elkaar in de luchthaven de hand geschud, Simon en zijn neef. Een onzekere puber met te lange armen en een beginnend baardje. Zijn radeloze moeder had plots gebeld en bij haar naar Canada geëmigreerde broer aangedrongen hem ‘voor een tijdje’ op te nemen. Simons gemompelde ‘Laat hem maar komen’ bleek al snel een fout.
Simon is zijn gekoesterde zelfstandigheid kwijt en stoort zich aan de jongen, die het liefst tv kijkt, pizza bestelt en zeurt dat hij naar de Rocky Mountains wil. In een vlaag van toegeeflijkheid zwicht Simon: een dagje uit dan maar.
In een grillrestaurant ontmoeten ze twee enthousiaste bergwandelaars: vader en zoon. Zij nemen de jongen mee voor een dagtocht, terwijl Simon achterblijft in het pittoreske bergplaatsje. De drie komen met grote verhalen terug van de wandeling. En dat niet alleen: ze hebben de smaak te pakken en willen verder de bergen in. Het avondeten eindigt in een hoogoplopende ruzie en een vernedering voor Simon. De volgende ochtend is het Rocky-trio spoorloos, ze hebben uitgecheckt zonder een bericht achter te laten.

A

luister naar een fragment

Reacties

Wat een boek! Ik heb het gisteren in één ruk uitgelezen! Indrukwekkend, die korte zinnen er tussendoor met zo’n enorme lading, die zoveel verklaren en in beweging zetten, met voldoende ruimte voor een eigen invulling en beleving. Chapeau!!! Trefzekere karakters, spannend en invoelend. Gefeliciteerd met zo’n prachtige schepping!

Atti

Welnu, een boek dat wij zeker ruimschoots gaan inkopen is het boek dat ik zojuist las, ‘De verdwenene’ van Lot Vekemans. Een boek dat ik achter elkaar uitlas vanwege de fijne spanningsboog en de soepele pen die Vekemans hanteert. Door de manier waarop zij een inkijk geeft in de donkere kamers van de menselijke ziel.
Boekhandel 't Spui - Vlissingen

Een erg sterk verhaal!

Fons Plukker - Boekhandel Maximus - Hilligersberg

IJZERSTERK FAMILIEDRAMA

Lot Vekemans zet in De Verdwenene de verhoudingen in een paar streken op scherp. Dit kan niet goed gaan, en dat gaat het ook niet. Simon krijgt het stevig voor zijn kiezen met een etterende wond, een opdringerige vreemdeling en dat vervelende neefje. Toneelschrijver Vekemans excelleert in dialogen en weet wat ze weg moet laten. Wat overblijft is een ijzersterk familiedrama dat zowel spannend als ontroerend is.

Katja de Bruijn in de VPRO gids

NEE LEZER, IK BIED U GEEN CATHARSIS!

Dankzij het dwingend perspectief in deze roman, die krachtige dialogen biedt van personages die elkaar nauwelijks leren kennen, ga je dingen normaal vinden die dat niet zijn.(…) Vekemans is, ook in haar proza, een slim en kundig auteur. Vooral de ogenschijnlijk wezenloze dialogen zijn geladen met spanning. (…) In De verdwenene gaat de vraag op wie de titel betrekking heeft, steeds meer prangen. De roman zit vol slimme spiegelingen.

Judth Eiselin in de NRC ****

Het is maar zelden dat ik een boek lees dat ik zo langzaam mogelijk wil lezen, om er zo lang mogelijk van te kunnen genieten. Het boek neemt je mee op reis door prachtige landschappen in een overweldigende natuur, maar de kracht ligt in het ontginnen van de innerlijke landschappen van de hoofdpersonen. In soms hele korte dialogen, die ogenschijnlijk eenvoudig lijken en makkelijk weglezen, zit ook een uitnodiging om je te verbinden met de waarheid in jezelf. Het knappe van haar schrijfwijze is dat je de betekenis voelt van wat wordt weggelaten, van wat niet wordt benoemd of gezegd. Daarin schuilt voor mij haar meesterschap. Helaas had ik ‘De Verdwenene’ veel te snel uit.

Sabine

Ik ben het gaan lezen toen ik net als de hoofdpersoon Simon geblesseerd was aan mijn been. De treffende woorden, de beeldende taal raakten mij recht in die aspecten van mezelf die ‘verdwenen’ bleken en die erkend wilde worden. Het boek heeft me beroerd door zijn taal en ik was compleet ondergedompeld in het verhaal. ik weet niet wat het is en het maakt me ook niet uit. Bij bepaalde zinnen, sprongen de tranen in mijn ogen. Zelfs wanneer ik ze voor de derde keer las.

Mayana

Wat een boek! Ik ben meegesleept, ontroerd, geraakt. Geen zin teveel, positief nietsontziend en alleszeggend. Haast onvoorstelbaar en daardoor op metaniveau ontwapenend krachtig en herkenbaar. Ik wilde wel langzamer lezen omdat het dan langer duurt maar ja niet gelukt. Chapeau. Grote klasse. 

Ine

Een geweldig boek!

Monique Stoel - Bilthovense Boekhandel

‘Niets hopen, dan kan er ook niks misgaan’. Dat is al jarenlang het levensmotto van Simon, de hoofdpersoon van De verdwenene van Lot Vekemans. Met mooie omtrekkende bewegingen en feilloze precisie schetst Vekemans de introverte doodeenzame bijna-vijftiger. (…) Vekemans laat je diep in het hoofd van de stugge Simon kruipen met mooie zinnen als ‘de weerzin tegen zijn eigen zure woorden had van hem een zwijgzaam mens gemaakt.’

Sonja de Jong in het Noord Hollands Dagblad ****

vanaf 25 februari te koop

De verdwenene

roman

Fragment

Proloog


Achteraf bleek zijn voorgevoel over de jongen te kloppen. Vanaf het moment dat Simon hem zag in de aankomsthal van het vliegveld van Calgary, wist hij dat het geen goed idee was geweest. De jongen hier, bij hem. Natuurlijk kon hij toen niet vermoeden wat zijn komst teweeg zou brengen. Had hij het geweten, dan had hij hem met de eerste vlucht terug naar huis gestuurd. Terug naar Nederland, het land dat hij bijna vijfentwintig jaar geleden had verlaten met het voornemen er nooit meer naar terug te keren.
    Zijn zus had gedacht dat het een goed idee was als haar oudste zoon een paar weken, een paar maanden, god weet hoe lang, bij hem zou zijn. Omdat hij ‘de weg kwijt was’. Ze had het met een radeloze snik in haar stem gezegd. Zo’n snik waar hij gevoelig voor was. In werkelijkheid bedoelde ze natuurlijk dat ze geen benul had wat ze met haar oudste zoon aan moest en was het meer haar eigen falen dat ze niet meer kon verdragen dan het falen van de jongen.
    Simon was niet enthousiast geweest. Hij had niet gezegd: ‘Laat hem maar komen. We zien wel wat ervan komt.’ Dat laatste misschien, dat laatste had hij misschien gemompeld. ‘We zien wel wat ervan komt’ en toen ‘Laat hem maar komen.’ Een fout die zijn leven op zijn kop zette.

Deel 1

 

De jongen zat in de aankomsthal op de grond op hem te wachten en leunde nonchalant achterover tegen zijn rugzak. Hij droeg een afritsbare wandelbroek en een felgroene sweater met capuchon, die ver over zijn hoofd was getrokken. Met een baardje van twee weken oogde hij beslist ouder dan zestien jaar.
    Toen hij dichterbij kwam, zag hij dat de jongen bergschoenen droeg. Hij zuchtte. Hij had zijn zus heel duidelijk gemaakt dat ze niet in de bergen zaten. Dit was Calgary. Een stad met meer dan een miljoen inwoners, waar mannen in pak en vrouwen op hakken de dienst uitmaakten. Een stad gebouwd op olie- en gasinkomsten, met een centrum dat was volgebouwd met torenhoge kantoren die elk streepje zonlicht weerhielden de straat te bereiken. Hier liep geen mens op bergschoenen, behalve zij die op de heen- of terugweg waren van de Rockies. Hij behoorde niet tot die groep en had zijn zus duidelijk laten weten dat hij niet van plan was met de jongen die kant op te gaan. Hij had het niet eens gekund trouwens, met dat zieke been van hem, maar de ernst ervan had hij voor zijn zus verzwegen. Al maanden had hij een wond op zijn scheenbeen die maar moeizaam heelde en hij kon nauwelijks meer dan tien minuten achter elkaar lopen.
    De jongen stak een hand op toen hij hem zag en kwam overeind. Hij gooide zijn rugzak over zijn schouders en pakte een kleinere rugtas en een gele see-buy-fly-tas van de grond.
    ‘Hallo,’ zei hij, toen hij voor Simon stond. Ze gaven elkaar geen hand.
    ‘Heb je een goede vlucht gehad?’ vroeg Simon. De jongen knikte. Ze stonden onwennig tegenover elkaar.
    ‘Nou, dan gaan we maar,’ zei Simon. Hij liep voor de jongen uit richting de parkeerplaats en deed zijn best om het hupje waarmee hij zijn linkerbeen ontlastte, zo goed mogelijk te verbergen. Zijn auto, een oude Honda, stond ingeklemd tussen een Jeep en een Landrover. Simon opende de achterklep en met een zwiep gooide de jongen zijn tassen in de kofferbak. Alleen de gele see-buy-fly-tas hield hij bij zich.
    ‘Is die voor mij?’ vroeg Simon.
     ‘Als je aardig voor me bent,’ zei de jongen.
    ‘Dat kan dan nog een probleem worden.’
    De jongen grinnikte alsof hij een grap had gemaakt.
    Zwijgend reden ze over de buitenring naar de zuidzijde van de stad, waar hij een appartement had in een klein flatgebouw. Het lag op de kruising van twee uitvalswegen. Als je het raam in de woonkamer opendeed, hoorde je de hele dag het geraas van verkeer dat zich de stad in of uit bewoog. Het maakte hem niet uit. Het was zijn eerste eigen flat, waar niemand hem kon verdrijven. Na meer dan tien verhuizingen in twintig jaar tijd was dat de grootste buit in zijn leven.

Nodig de auteur uit

contact@lotvekemans.nl

Contact Agent

bisseling@sebes.nl

Contact Uitgeverij

info@cossee.com